- Cursus J.H. Newman
- Les 00:Voorwoord
- Les 01: Newmans jeugd en eerste en tweede “bekering” (1801-1827)
- Les 02: Newman in Oriel (1822-1833)
- Les 03: De eerste zes jaren van de Oxfordbeweging (1833-39)
- Les 04: Newman op weg naar de katholieke Kerk (1839-1845)
- Les 05: Bespreking van The Development of Christian Doctrine
- Les 06: De eerste katholieke jaren (1845-1864)
- Les 07: De Apologia en terug naar Oxford (1864-1868)
- Les 08: De rechtvaardiging van het religieuze geloof: De Grammar (1868-1870)
- Les 09: Bespreking van An Essay in Aid of a Grammar of Assent. (Incl. het argument uit het geweten)
- Les 10: De pauselijke onfeilbaarheid (1869-1875)
- Les 11: Newman, de laatste jaren (1875-1890)
- Les 12: Vrouwen in het leven van J.H. Newman
Abbé Carron: verschil tussen versies
Regel 42: | Regel 42: | ||
==In ballingschap: Londen== | ==In ballingschap: Londen== | ||
− | In augustus 1796 | + | In augustus 1796 verplaatste de Engelse regering de ballingen naar het vasteland uit vrees voor oorlog met Frankrijk en een invasie van Jersey. Carron vertrok in augustus 1796 naar Londen met een aanbevelingsbrief van de balling-bisschop van Tréguier. In Londen (Tottenham Court Road) begon hij in september 1796 reeds met twee scholen voor de kinderen van de "émigrés". Deze scholen namen al snel ook arme Engelse katholieke kinderen aan en waren volledig gratis. Hij opende, met behulp van andere priesters, ook twee kapellen. Hij organiseerde weer een bibliotheek en gaf zelf les in het Frans.<br> |
Hij vertrouwde voor de inkomsten volledig op de Voorzienigheid. Al snel kreeg hij steun van de bisschop (apostolisch vicaris) van Londen (John Douglas +8/5/1812) en de bisschoppen van Tréguier en [[Jean-François de La Marche]], bisschop van Saint-Pol-de-Léon.<br> | Hij vertrouwde voor de inkomsten volledig op de Voorzienigheid. Al snel kreeg hij steun van de bisschop (apostolisch vicaris) van Londen (John Douglas +8/5/1812) en de bisschoppen van Tréguier en [[Jean-François de La Marche]], bisschop van Saint-Pol-de-Léon.<br> | ||
− | In 1799 werden | + | In 1799 werden genoemde scholen pensionaten. Een telde 80 (jeunes gens) en één 60 (jeunes personnes / kennelijk de beginnelingen) leerlingen. Men kon voor weinig geld (en vaak gratis) dit internaat bezoeken. Hij kreeg hierbij hulp van M. Després.<br> |
Wij moeten het verhaal even onderbreken en terugkeren in de tijd: Op 24 augustus 1797 leek het erop dat de ballingen konden terugkeren naar Frankrijk. Hij besloot vrijwel direct om de scholen te sluiten en terug te keren naar Frankrijk. De Engelse regering bleek een betere kijk op de situatie te hebben en weigerde de refugiés een paspoort. Korte tijd later bleek de verwachte ontspanning in Frankrijk ijdele hoop. Carron hernam zijn werk en breidde het nog uit: opvang van arme ballingen, oude en zieke priesters, een meisjesschool, enz.<br> | Wij moeten het verhaal even onderbreken en terugkeren in de tijd: Op 24 augustus 1797 leek het erop dat de ballingen konden terugkeren naar Frankrijk. Hij besloot vrijwel direct om de scholen te sluiten en terug te keren naar Frankrijk. De Engelse regering bleek een betere kijk op de situatie te hebben en weigerde de refugiés een paspoort. Korte tijd later bleek de verwachte ontspanning in Frankrijk ijdele hoop. Carron hernam zijn werk en breidde het nog uit: opvang van arme ballingen, oude en zieke priesters, een meisjesschool, enz.<br> | ||
===Somers Town, Londen=== | ===Somers Town, Londen=== | ||
− | In november 1799 verhuisde hij naar Somers Town (Londen). De reden hiervoor is onbekend. Dit werd het centrum van zijn activiteiten. De scholen en een aantal activiteiten bleven in Tottenham Court Road. Hij onderhield hier ook nog uitgebreid contact mee. In Somers Town ontplooide hij een zevental nieuwe initiatieven. Allereest vier scholen, twee betaald, twee vrij, telkens een voor jongens en een voor meisjes,<ref>Een Engelse bron formuleert het anders: Hij had vier scholen: for young ladies, poor girls, young gentlemen, and poor boys.</ref> De scholen van Carron genoten een zeer goede reputatie. Heel wat adellijke heren | + | In november 1799 verhuisde hij naar Somers Town (Londen). De reden hiervoor is onbekend. Dit werd het centrum van zijn activiteiten. De scholen en een aantal activiteiten bleven in Tottenham Court Road. Hij onderhield hier ook nog uitgebreid contact mee. In Somers Town ontplooide hij een zevental nieuwe initiatieven. Allereest vier scholen, twee betaald, twee vrij, telkens een voor jongens en een voor meisjes,<ref>Een Engelse bron formuleert het anders: Hij had vier scholen: for young ladies, poor girls, young gentlemen, and poor boys.</ref> De scholen van Carron genoten een zeer goede reputatie. Heel wat adellijke heren personen er les. De gratis school voor arme katholieke kinderen, m.n. kinderen van émigrés werd geleid door twee Françaises die ook Engels spraken. Verder richtte hij een bibliotheek op, een gasthuis voor Franse zieken, een gasthuis voor oude en zieke Franse geestelijken (ca 40 personen), en een school voor arme katholieke meisjes en de zogenaamde "Chambre de la Providence" (Kamer van de Voorzienigheid) waar drie Engelse en drie Franse dames hun leven wijdden aan de zorg voor de arme katholieken, hun opleiding en ziekenbezoek. Ze hielpen met de armenzorg, m.n. onder de Fransen, met een gaarkeuken, het verstrekken van kleding, enz.<ref>{{sc|de Lubersac}} 106-108, 111.</ref> Dit werk was geïnspireerd op de Dochters van Liefde van Sint Vincentius de Paul. Een van deze Engelse dames is de bekeerlinge [[Anne Letitia Trelawney]]. Heel wat kinderen, een groot aantal van hen waren wees, kregen er gratis onderwijs en onderdak. Engelse en Ierse katholieken stuurden hun kinderen naar deze scholen. Een van hen was [[Margaret Hallahan]].<ref>Ook niet-katholieke kinderen waren welkom. Zij waren niet welkom in het internaat. Hij wilde voorkomen dat hij van proselitisme verdacht werd. Vgl. {{sc|Carpenter}}, 112-115.</ref><br> |
Hij kreeg naast de steun van de Engelse regering ook de steun van vele weldoeners, o.a. van diverse Franse prinsen, de duc d'Angoulème, de duc de Berry en kennelijk ook van koning Lodewijk XVIII, die in ballingschap verbleef en vanaf 1807 zich in Engeland vestigde.<ref>{{sc|de Lubersac}} 114. Zie een brief van de koning aan Carron van 12 mei 1797, in {{sc|Carpenter}}, 114.</ref><br> | Hij kreeg naast de steun van de Engelse regering ook de steun van vele weldoeners, o.a. van diverse Franse prinsen, de duc d'Angoulème, de duc de Berry en kennelijk ook van koning Lodewijk XVIII, die in ballingschap verbleef en vanaf 1807 zich in Engeland vestigde.<ref>{{sc|de Lubersac}} 114. Zie een brief van de koning aan Carron van 12 mei 1797, in {{sc|Carpenter}}, 114.</ref><br> | ||
====1802==== | ====1802==== | ||
− | Op 15 juli 1801 werd in Parijs het concordaat tussen Napoleon en paus Pius VII getekend, waardoor de vereiste eed op de grondweg van 1790 werd opgeheven. In de loop van 1802 | + | Op 15 juli 1801 werd in Parijs het concordaat tussen Napoleon en paus Pius VII getekend, waardoor de vereiste eed op de grondweg van 1790 werd opgeheven. In de loop van 1802 keerde 2/3 van de vluchtelingen, inclusief een groot aantal priesters, terug naar Frankrijk.<br> |
− | + | Carron wilde niet direct terugkeren naar Frankrijk, gezien zijn intussen grote verplichtingen in Engeland en waarschijnlijk ook vanwege de eerder vermelde ervaring uit 1797. De zaak was ook gecompliceerd vanwege de grote chaos in Frankrijk. Wie waren de rechtmatige bisschoppen, wat te denken van de "articles organiques" die de clerus in een aan de staat onderdanige rol dwingen enz.<ref><i>Vie,</i>413-414 geeft nog meer redenen.</ref> Carron behoorde niet tot de partij van de anti-concordisten of Blancharcisten,<ref>Zij die tegen het dan geldende concordaat tussen kerk en Franse staat zijn. Het gaat hier m.n. om oppositie tegen Pius VII die in 1805, naar aanleiding van het concordaat met Napoleon, alle bisschoppen vroeg af te treden om een nieuwe start te maken. Een groot aantal bisschoppen, vooral onder hen die naar Engeland gevlucht waren, verzette zich hiertegen.</ref> genoemd naar hun woordvoerder abbé Blanchard.<br> | |
====Andere werken==== | ====Andere werken==== | ||
− | + | Tijdens zijn verblijf in Engeland onderhield hij als dat mogelijk was een correspondentie met velen in Frankrijk. Naast zijn vele werk vond hij ook nog tijd om te publiceren. In 1796 werd <i>Réflexions chrétiennes pour tous les jours de l'année</i> gepubliceerd in Winchester, waar veel ''prêtres émigrés'' onderdak vonden bij de markies van Buckingham. In 1800 verscheen <i>Pensées ecclésiastiques</i> (4 delen) dat al in 1801 een heruitgave kende. Hij herwerkte zijn boek uit 1796 met de nieuwe titel: <i>Pensées chrétiennes, ou Entretiens de l'âme fidèle avec le Seigneur pour tous les jours de l'année.</i> Er verschenen nog meer dan tien werken van zijn hand.<br> | |
Vanaf 1800 kon hij bouwen op de steun van de uit Guyana ontsnapte Belgische seminarist [[Abbé Nerinckx|John Nerinckx]]. [[Abbé Nerinckx|Nerinckx]] werd priester gewijd werd in Somers Town in 1802.<br> | Vanaf 1800 kon hij bouwen op de steun van de uit Guyana ontsnapte Belgische seminarist [[Abbé Nerinckx|John Nerinckx]]. [[Abbé Nerinckx|Nerinckx]] werd priester gewijd werd in Somers Town in 1802.<br> | ||
− | + | Ook al had het Engelse anti-papisme reeds in Jersey aan den lijve ondervonden toch mij meende hij dat de tijd rijp was om een katholieke kapel te bouwen. De kennismaking met de vele Franse priesters en edelen en zeker zijn eigen werkzaamheden hadden intussen een aantal anti-katholieke vooroordelen afgezwakt bij de Engelse protestanten. In 1807 begon hij met de bouw van de St. Aloysiuskapel. Deze opende in 1808. Hier kwamen veel Franse priesters de H. Mis lezen. Ook zijn scholen heetten St. Aloysius. <br> | |
− | In de loop der jaren nam hij | + | In de loop der jaren nam hij een hele reeks mensen op in de katholieke Kerk. Een memorandum uit 1803 vermeldt 55 namen.<ref> <i>Vie</i>, 467.</ref> Ten gevolge van de voortgaande oorlogshandelingen ontstond er een nieuwe groep Fransen in Engeland: krijgsgevangen soldaten en zeelui. Ook dezen kregen zijn zorg en aandacht. Hij had ook af en toe schriftelijk contact met koning Lodewijk XVIII die in Engeland verbleef en die interesse toonde voor zijn werk.<br> |
==Terug naar Frankrijk== | ==Terug naar Frankrijk== |
Versie van 5 jan 2024 21:32
Abbé Carron (1760-1821) 1 Bronnen
2 VoorwoordAbbé Jules Carron (ook wel Caron), wordt soms de Vincentius de Paul van de emigratie genoemd. Hij heeft geen directe band met Newman, maar is hier opgenomen om mede een achtergrond te schetsen van het Engeland waarin de Oxfordbeweging zich ontwikkelde. Naast prominente bekeerlingen die de Oxfordbeweging voorafgingen zoals George Spencer en Ambrose Phillipps de Lisle was er zeker ook invloed van de duizenden gevluchte en verbannen Franse priesters en katholieke edellieden op de manier waarop vele Engelsen de katholieken zagen en ervoeren. 3 Zijn levenGuy Toussaint Julien Carron (23 februari 1760 - 15 maart 1821).Carron werd geboren in Rennes. Daar werd hij priester gewijd op 21 december 1782 en werkte als kapelaan aan de Saint-Germain, waar hij zich o.a. bijzonder inzette voor de armen. Hij publiceerde ook enkele werken o.a. Les Héroïnes chrétiennes, Les Epoux chrétiens, ou Vie de M. et Mme de la Garaye (over een historisch echtpaar) en Les Modèles du clergé. 4 De revolutieVanaf eind 1788 neemt in Frankrijk stilaan de revolutionaire en opstandige sfeer toe. Op 2 november 1789 worden alle kerkelijke eigendommen geconfisceerd en vanaf 4 januari 1791 wordt van alle priesters een eed geëist op de nieuwe burgerlijke grondwet. Deze wet is in wezen gallicanistisch. Zij die de eed afleggen krijgen een benoeming en staatssalaris. Zij behoren daarmee tot een kerk los van Rome. Pius VI (1775-99) veroordeelt deze eed en deze kerk als schismatisch. 5 In ballingschap: JerseyNa 10 augustus 1792 begon men systematisch op te treden tegen de priesters die de eed niet hadden afgelegd. Carron die op 14 augustus moest verschijnen voor de overheid om gearresteerd te worden bleef gewoon thuis. De andere priesters werden gearresteerd en daar de Benedictijnenabdij van Saint-Melaine gevoerd. Hij schreef op 16 augustus een brief aan de overheid met de vraag of hij zijn werk voor de armen mocht blijven doen. 6 In ballingschap: LondenIn augustus 1796 verplaatste de Engelse regering de ballingen naar het vasteland uit vrees voor oorlog met Frankrijk en een invasie van Jersey. Carron vertrok in augustus 1796 naar Londen met een aanbevelingsbrief van de balling-bisschop van Tréguier. In Londen (Tottenham Court Road) begon hij in september 1796 reeds met twee scholen voor de kinderen van de "émigrés". Deze scholen namen al snel ook arme Engelse katholieke kinderen aan en waren volledig gratis. Hij opende, met behulp van andere priesters, ook twee kapellen. Hij organiseerde weer een bibliotheek en gaf zelf les in het Frans. 6.1 Somers Town, LondenIn november 1799 verhuisde hij naar Somers Town (Londen). De reden hiervoor is onbekend. Dit werd het centrum van zijn activiteiten. De scholen en een aantal activiteiten bleven in Tottenham Court Road. Hij onderhield hier ook nog uitgebreid contact mee. In Somers Town ontplooide hij een zevental nieuwe initiatieven. Allereest vier scholen, twee betaald, twee vrij, telkens een voor jongens en een voor meisjes,[4] De scholen van Carron genoten een zeer goede reputatie. Heel wat adellijke heren personen er les. De gratis school voor arme katholieke kinderen, m.n. kinderen van émigrés werd geleid door twee Françaises die ook Engels spraken. Verder richtte hij een bibliotheek op, een gasthuis voor Franse zieken, een gasthuis voor oude en zieke Franse geestelijken (ca 40 personen), en een school voor arme katholieke meisjes en de zogenaamde "Chambre de la Providence" (Kamer van de Voorzienigheid) waar drie Engelse en drie Franse dames hun leven wijdden aan de zorg voor de arme katholieken, hun opleiding en ziekenbezoek. Ze hielpen met de armenzorg, m.n. onder de Fransen, met een gaarkeuken, het verstrekken van kleding, enz.[5] Dit werk was geïnspireerd op de Dochters van Liefde van Sint Vincentius de Paul. Een van deze Engelse dames is de bekeerlinge Anne Letitia Trelawney. Heel wat kinderen, een groot aantal van hen waren wees, kregen er gratis onderwijs en onderdak. Engelse en Ierse katholieken stuurden hun kinderen naar deze scholen. Een van hen was Margaret Hallahan.[6] 6.1.1 1802Op 15 juli 1801 werd in Parijs het concordaat tussen Napoleon en paus Pius VII getekend, waardoor de vereiste eed op de grondweg van 1790 werd opgeheven. In de loop van 1802 keerde 2/3 van de vluchtelingen, inclusief een groot aantal priesters, terug naar Frankrijk. 6.1.2 Andere werkenTijdens zijn verblijf in Engeland onderhield hij als dat mogelijk was een correspondentie met velen in Frankrijk. Naast zijn vele werk vond hij ook nog tijd om te publiceren. In 1796 werd Réflexions chrétiennes pour tous les jours de l'année gepubliceerd in Winchester, waar veel prêtres émigrés onderdak vonden bij de markies van Buckingham. In 1800 verscheen Pensées ecclésiastiques (4 delen) dat al in 1801 een heruitgave kende. Hij herwerkte zijn boek uit 1796 met de nieuwe titel: Pensées chrétiennes, ou Entretiens de l'âme fidèle avec le Seigneur pour tous les jours de l'année. Er verschenen nog meer dan tien werken van zijn hand. 7 Terug naar FrankrijkToen Lodewijk XVIII na de gedwongen troonsafstand van Napoleon op 6 april 1814 enige tijd later terugkeerde in Frankrijk vroeg hij Carron met zijn goede werken en scholen naar Parijs te komen. 8 De Honderd Dagen van Napoleon. Terug naar Engeland.Op 20 maart 1815 ontsnapte Napoleon van het eiland Elba. Hij keerde op 4 maart terug in Parijs en greep de macht. Carron vluchtte op 28 maart via Calais terug naar Somers Town. 9 Definitief terug in ParijsCarron woonde in Frankrijk bij de Feuillantine, waar ook Lamennais een tijd verbleef. Een bekend bezoeker in Parijs was de Engelse bekeerling Thomas Weld, die in 1830 kardinaal zou worden. Carron was zijn studiebegeleider en geestelijk leidsman.[13] 10 Voetnoten
|