Les 08: De rechtvaardiging van het religieuze geloof: De Grammar (1868-1870)

Uit Apowiki


1 Inleiding.

Begin 1868 bracht Newman een verzameling gedichten uit onder de naam Verses on Various Occasions. De bundel werd zowel in katholieke als anglicaanse kringen positief onthaald. Newman voelde dat hij sedert de Apologia een gerespecteerd man was in Engeland. Tegelijk voelde hij zich bezwaard door de vijandigheid van Manning en de Propaganda.
Newman vond dat het tijd werd om over een aantal onderwerpen die hem nauw aan het hart lagen te publiceren.

2 De voorbereiding op de Grammar.

2.1 Het schrijven. (1866-1870)

In 1851 liet hij zich ontvallen dat hij al 20 jaar zat te broeden op een aantal filosofische thema’s.[1] Zijn zogenaamde Theological Papers (T.P. i) tonen dat hij begin 1860 probeerde om het thema “zekerheid” aan te pakken. Hij kwam echter niet vooruit. Mogelijk speelde hierbij het feit dat hij zeer overwerkt was. In 1861 schreef hij dat hij al jaren bezig was om te schrijven over “geloof en rede”, maar dat het niet wil lukken. Hij omschreef het als “tunnelling through the Alps”[2] Pas in 1866 vond hij de sleutel en wel in Zwitserland in Glion (bij Montreux) aan het meer van Genève (daar verbleef hij van 2-10 augustus), tijdens zijn vakantie van een maand in de Alpen, die hij aldaar op doktersadvies doorbracht. Een brief van 12 augustus 1866 uit Champéry bevat de eerste verwijzing naar wat later de Grammar of Assent gaat worden. De sleutel was zijn inzicht dat zekerheid een gevolg is van toestemmen (assent) en dat hij dus met een analyse van "toestemmen" moest beginnen. “it struck me 'You are wrong in beginning with certitude - certitude is only a kind of assent- you should begin with contrasting assent and inference.”[3]
Dit inzicht[4] werkte in de volgende vier jaar, tijdens de storm voorafgaande aan de dogmaverklaring over de pauselijke onfeilbaarheid uit. Het was zijn levenswerk over geloofsverdediging. Maar het kende een moeizame voortgang en kostte veel energie.
Het eerste deel van de Grammar kreeg zijn beslag pas in de lente ven 1868. In een lange brief aan Henry Wilberforce van 27 juli 1868[5] schrijft hij dat hij bezig is met zijn werk over Assent (toestemming).

2.2 De voorgeschiedenis.

Newman was al bezig met geloofsverdediging in zijn brieven aan zijn sceptische broer Charles in 1821-1825. Wij vinden een stuk over geloofsverdediging in een brief van mei 1821.[6] De kerngedachten van de Grammar vinden wij reeds in de Oxford University Sermons en in de vijfde les (1854) van Idea of a University, getiteld: "A Form of Infidelity of the Day".[7] Het thema van de geloofsverdediging is ook aanwezig in de rest van zijn lezingen in Dublin.[8] Het thema keert terug in de correspondentie met John Moore Capes, naar aanleiding van diens artikelen in de Rambler.[9] Het was het onderwerp van zijn geplande Prolegomena voor de bijbelvertaling rond 1858-60. Ook uit een brief aan Charles Meynell blijkt dat hij begin 1860 speelde met het plan voor dit boek.[10] In 1860 had hij een hele uiteenzetting over geloofszekerheid in een briefwisseling met William Froude (broer van Hurrell) en diens vrouw Catherine Holdsworth. Reeds eerder in 1848-49 had Newman een briefwisseling met Catherine waarin dit thema aangesneden werd.[11] In de 1870-er jaren had hij een briefwisseling William zelf na de bekering van diens vrouw en kinderen (1857). Het was een periode waarin William steeds meer afzakte naar het scepticisme.[12] Newman getuigt dat hij ontelbare stukken met aanzetten voor dit werk had, maar dat het jarenlang niet wou lukken.[13] Op 2 januari 1870 schrijft hij dat hij geen enkel van zijn werken zo vaak herschreven heeft als de Grammar.[14]

3 De situatie van het geloof in deze tijd

Newman zag de voortgaande secularisering van de maatschappij. In 1869 werd in Ierland Kerk (Iers-Anglicaans) en staat gescheiden. Newman voorzag dat er ook een seculier schoolsysteem zou komen met schoolplicht. Dit had in zijn ogen ook positieve kanten. Hij verwachtte immers dat er dan naast de katholieke scholen geen anti-katholieke scholen meer open gehouden zouden worden en dat het seculiere schoolsysteem de lasten van de parochies om scholen open te houden behoorlijk zou verlichten.
Voor Newman lagen de echte problemen elders nl. in de “reason of the world”, nl. het opkomende ongeloof.[15] Zijn inschatting van de situatie van de Kerk en het gevaar van ongeloof blijkt o.a. uit een brief van 7 april 1872[16]:

“The two main instruments of infidelity just now are physical science and history; physical science is used against Scripture, and history against dogma; the Vatican Council by its decrees about the inspiration of Scripture and the Infallibility of the Pope has simply thrown the gauntlet to the science and the historical research of the day.”

Overigens had Newman geen enkele moeite met het opkomende darwinisme. Geloof en evolutie waren voor hem -zoals in het algemeen voor katholieken- duidelijk niet met elkaar in tegenspraak.
In Engeland waren in deze periode steeds meer bekeerlingen verontrust over de ultramontanistische obsessie over de pauselijke onfeilbaarheid.[17]

4 De publicatie.

Vanaf 1868 waren grote stukken van het werk klaar en Newman legde ze voor aan Dr. Charles Meynell, prof. van filosofie in Oscott.[18] die de zeer moeilijke taak op zich nam van revisor.[19] Newmans intellect is zo groot en het boek zo origineel dat dat beslist een zeer moeilijke taak was.
Op 12 februari 1870 was het manuscript van de Grammar of Assent klaar.
In dit boek toont Newman aan dat iemands zekerheid niet afhangt van de bewijzen die voor zijn zekerheid/overtuiging hij kan leveren. Zekerheid (geloofszekerheid) veronderstelt een instemming met de waarheid van een propositie of uitspraak. Ook al is An Essay in Aid of a Grammar of Assent, kortweg Grammar een behoorlijk moeilijk boek, toch werd het vrij gunstig onthaald. Het verscheen op 15 maart 1870 en de eerste oplage van 500 exemplaren was binnen 12 uur uitverkocht.
De reactie aan katholieke zijde was voorspelbaar:[20] The Month en The Tablet bekritiseerden het omdat het te ver afstond van de scholastieke filosofie. Ook in Fraser's Magazine vielen Leslie Stephen en Fitz-James Stephen het aan. Ward persoonlijk feliciteerde Newman omdat hij dit zag als het enige antwoord op het probleem van de rechtvaardiging van het geloof. Hij was zelf te ziek om een review te schrijven. Wat betreft dit onderwerp zaten W.G. Ward en Newman overigens vrijwel altijd op dezelfde lijn. In diverse artikelen in de Dublin Review was hij heel positief over het werk. Ook de Quarterly Review (juli 1870) was heel positief.[21] De overheersende stemming was positief, schrijvers zo divers als J.B. Mozley, Richard H. Hutton, W.G. Ward en James Anthony Froude prezen in recenties de originaliteit. Sommigen stelden vragen naar de katholiciteit van de schrijver. Niet-Christenen, samen met enkele katholieke recensoren gaven de kritiek dat Newman geen theorie van zekerheid kon presenteren waarin een echte van een valse zekerheid werd onderscheiden. Newman wist dat daar een zwak punt zat, maar hij had deze vraag helemaal niet behandeld, laat staan beantwoord.
Slechts af en toe antwoordde hij overigens in een brief op kritiek.[22]

5 Literatuur bij deze les

De algemene literatuurlijst.

6 Voetnoten

  1. Ker, 618; L.D. xiv,206.
  2. Ker, 619.
  3. A.W. 270.
  4. L.D. xxv, 35 (21 feb. 1870); 199 (31 aug. 1870).
  5. L.D. xxiv, 104-107. Zijn eerste deel is klaar. Hij wijdt in deze brief ook uit over de φρόνησις, zijn latere illatieve zin. Vgl. ook ibid. 274-6 aan Louisa Simone 25 juni 1869
  6. To the editor of the Christian Observer, in L.D. i, 102-5. Ker, Introduction, xxii-xxxiv. Ker, 620-637 verhaalt de voorgeschiedenis van de Grammar.
  7. Idea, 381-404.
  8. Ward i,392-404.
  9. Brief van 1 okt. 1858, in: Ward i, 442-443.
  10. Brief van 23 jan. 1860. Vgl. Ward ii, 243.
  11. Zie de index bij L.D. xii, met de beroemde tekst p. 227.
  12. Zie Newmans lange, nooit verzonden brief van april 1879 in L.D. xxix, 112-120. William overleed voor deze brief klaar was op 4 mei 1879 in Zuid-Afrika.
  13. Vgl. L.D. xxv, 19 (in de beroemde brief van 28 jan. 1870 over de ultramontanen aan Ullathorne.
  14. L.D. xxv, 3: “I generally write my books many times over - but never perhaps have I re-written one so often as this.”
  15. Dit wordt verderop besproken bij de Biglietto speech (1879).
  16. L.D. xxvi, 59. Dit is weliswaar 2 jaar na het verschijnen van de Grammar, maar geeft toch zijn inzichten uit die periode weer.
  17. Vgl. Ker, 627. Zie hierover in les 10.
  18. Diverse brieven aan hem in L.D. xxiv. Dit wordt hier verder niet besproken.
  19. Vgl. bv L.D. xxiv, 318-321.
  20. Ker, 637v. uitgebreider in Ker, Introduction, l-liv en liv-lxx: in modernere literatuur. Over de ontvangst zie Ward ii, 268-274.
  21. Vgl. L.D. xxx, 148 n. 2. Te vinden in John Bowling Mozley, Lectures and other Theological Papers, Londen, 1883, 275-300.
  22. L.D. xxv, 279-280. (5 Feb. 1871)