Blanco White

Uit Apowiki


Joseph Blanco White (11 juli 1775 - 20 mei 1841), ook bekend als José Maria Blanco Crespo, werd geboren in Sevilla, Spanje uit Spaans-Ierse ouders. In 1800 werd hij katholiek priester. In 1810 trad hij uit en vluchtte naar Engeland, waar hij anglicaan werd. Hij studeerde theologie in Oxford. Na de publicatie van zijn werk Evidences Against Catholicism werd hij Master of Arts honorios causa, waardoor hij lid werd van de Oriel Common Room, zonder fellow te zijn.
Newman trok in Oriel met hem op en leerde van hem o.a. anti-Roomse opvattingen, maar hij leerde van hem ook elementen van de katholieke rituelen en vroomheid.[1] Toen Richard Whately aartsbisschop van Dublin werd in 1831 werd hij tutor in diens familie. Dan werd hij unitariaan en werkte voor hen in Liverpool waar hij stierf. Op het einde van zijn leven werd hij pantheïst. Zijn posthume autobiografie was voor Newman een illustratie van hoe iemand kan afglijden van geloof naar ongeloof. White was ook dichter. Newman speelde in Oriel vaker samen met hem viool.

Voetnoten

  1. The Life of the Rev. Joseph Blanco White, written by himself, with Portions of his Correspondence, ed. by J.H. Thorn, vols. 1-3, London, 1845. Hierin I, 409: "Pusey, Wilberforce, and Froude came in the evening to learn the order of the R.C. service of the Breviary."