George Talbot

Uit Apowiki


1 Leven

George Talbot (1816-1886) werd geboren in Evercreech bij Wells als jongste kind van de derde baron Talbot van Malahide. Hij studeerde op Eton. In Oxford begon hij in Balliol College en verhuisde vervolgens naar St Mary's Hall, Oxford. In 1839 haalde hij daar zijn B.A. en in 1841 zijn M.A. In 1842, werd hij in de katholieke kerk opgenomen door bisschop Wiseman. In 1846 werd hij priester en in februari 1847 vroeg hij om opname in het in oprichting zijnde Oratorium. Newman weigerde dit.[1] Met behulp van Wiseman verhuisde hij naar Rome waar hij kamerheer van de paus werd. Talbot was een intrigant en had een volledig gebrek aan oordeelsvermogen. Hij had een behoorlijk negatieve invloed op paus Pius IX (1846-1878), wat betreft de informatie over Engeland en over Newman in het bijzonder die hij overbracht.[2]
Door zijn positie en zijn vriendschap met de paus was hij vaak op de hoogte van wat in Rome speelde en dat speelde hij door aan Manning, voor wie hij veel bewondering had. Volgens zijn biograaf had Manning, anders dan wellicht verwacht, geen vriendschappelijke band met Talbot en bleef hun omgang beperkt tot de officiële contacten.[3]
Newmans artikel "On Consulting the Faithful in Matters of Doctrine" van juli 1859 in de Rambler was aanleiding voor Talbot om Newman in Rome (ten onrechte) zwart te maken.
Aan Talbot danken wij een van Newmans meest gevatte antwoorden, toen deze hem in juli 1864 een briefje achterliet in Birminghham (Newman was afwezig bij zijn onverwacht bezoek) met de uitnodiging om in Rome te komen preken:

"I have received your letter, inviting me to preach next Lent in your Church at Rome, to 'an audience of Protestants more educated than could ever be the case in England'. However, Birmingham people have souls; and I have neither taste nor talent for the sort of work, which you cut out for me: and I beg to decline your offer". (L.D. xxi,167 (25 juli 1864))

De uitnodiging van Talbot had zeker de bedoeling om Newman in Rome te winnen voor het ultramontanistische kamp.
In maart 1868 werd Talbot ontslagen en vanaf 1869 was hij geestesziek en verbleef hij in een inrichting in Passy, (16de arrond.) Parijs, waar hij stierf op 16 oktober 1886. Er is verder bijzonder weinig over hem bekend.
Manning, die door Talbot op handen werd gedragen, noemde hem: "the most imprudent man that ever lived", en Ullathorne omschreef hem als "a very good and kind hearted man, yet ... notorious for want of judgment̓".[4]

2 Bronnen

  • Frederick Boase, Modern English Biography, 6 vols, Truro, 1892-1921, vol. VI, p. 658.
  • C. Butler, The Life and Times of Bishop Ullathorne. 1816-1889, London 1926, II, p. 127.
  • Robert Pattison, The Great Dissent. John Henry Newman and the Liberal Heresy, Oxford, Oxford University Press, 1991, voetnoot 1 p. 55-56.
  • Edmund Sheridan Purcell, Life of Cardinal Manning, Archbishop of Westminster, (2 vols.), London, 1895.

3 Voetnoten

  1. L.D. xii, 56. Brief van Newman (2 maart 1847) vanuit Collegio di Propaganda aan George Talbot. Een van de redenen is dat Newman in dit embryonaal stadium van de oprichting geen hem onbekenden in het project wil betrekken.
  2. Pattison, voetnoot 1 pp. 55-56.
  3. Purcell, 695-696.
  4. Beide uitspraken in Butler, 127.