- Cursus J.H. Newman
- Les 00:Voorwoord
- Les 01: Newmans jeugd en eerste en tweede “bekering” (1801-1827)
- Les 02: Newman in Oriel (1822-1833)
- Les 03: De eerste zes jaren van de Oxfordbeweging (1833-39)
- Les 04: Newman op weg naar de katholieke Kerk (1839-1845)
- Les 05: Bespreking van The Development of Christian Doctrine
- Les 06: De eerste katholieke jaren (1845-1864)
- Les 07: De Apologia en terug naar Oxford (1864-1868)
- Les 08: De rechtvaardiging van het religieuze geloof: De Grammar (1868-1870)
- Les 09: Bespreking van An Essay in Aid of a Grammar of Assent. (Incl. het argument uit het geweten)
- Les 10: De pauselijke onfeilbaarheid (1869-1875)
- Les 11: Newman, de laatste jaren (1875-1890)
- Les 12: Vrouwen in het leven van J.H. Newman
Jean-Nicolas Jager: verschil tussen versies
Regel 15: | Regel 15: | ||
Hij studeerde tijdens de woelige tijd onder Napoleon in het buurtdorp Insming (Duits: Insmingen) (5 km verder) o.l.v. abbé Lacombe, een priester die de voorbije vervolgingen wist te overleven. Deze stelde zijn huis ter beschikking als school (lagere en middelbare kennelijk) voor arme kinderen. De familie Jager verhuisde naar Insming. Jean-Nicolas behaalde vervolgens in 1809 zijn bachelier ès-lettres aan de keizerlijke universiteit.<ref>In Nancy??</ref><br> | Hij studeerde tijdens de woelige tijd onder Napoleon in het buurtdorp Insming (Duits: Insmingen) (5 km verder) o.l.v. abbé Lacombe, een priester die de voorbije vervolgingen wist te overleven. Deze stelde zijn huis ter beschikking als school (lagere en middelbare kennelijk) voor arme kinderen. De familie Jager verhuisde naar Insming. Jean-Nicolas behaalde vervolgens in 1809 zijn bachelier ès-lettres aan de keizerlijke universiteit.<ref>In Nancy??</ref><br> | ||
Hij werd priester gewijd in Nancy in 1813 door Mgr. Claude André, kanunnik van Saint-Denis en voorheen bisschop van Quimper. De eigenlijk benoemde bisschop Mgr. Benoît Costaz, was gezien de omstandigheden niet gewijd en functioneerde als bisschoppelijk administrator en "gekozen bisschop". Jager werd kennelijk slechts voor een paar dagen secretaris van Mgr. Costaz. Vrijwel onmiddellijk kreeg hij de leiding van de (middelbare) school (collège) in Insming (bisdom Nancy) waar hij zelf gestudeerd had. Lacombe was twee jaar eerder opgevolgd door Jagers medestudent Rohrbacher, die hij weer opvolgde. Zijn talent als apologeet en theoloog viel toen al op. Op de school zorgde hij voor een uitstekende Christelijke en wetenschappelijke vorming. In 1816 stichtte hij in het nabij gelegen dorp Vic-sur-Seille (Duits: Wich. Circa 38 km van zowel Gréning als Insming verwijderd) een gelijksoortige school, waar hij twee jaar de leiding had. Hij publiceerde in deze tijd o.a. een supplement bij de Franse grammatica van Lhomond.<br> | Hij werd priester gewijd in Nancy in 1813 door Mgr. Claude André, kanunnik van Saint-Denis en voorheen bisschop van Quimper. De eigenlijk benoemde bisschop Mgr. Benoît Costaz, was gezien de omstandigheden niet gewijd en functioneerde als bisschoppelijk administrator en "gekozen bisschop". Jager werd kennelijk slechts voor een paar dagen secretaris van Mgr. Costaz. Vrijwel onmiddellijk kreeg hij de leiding van de (middelbare) school (collège) in Insming (bisdom Nancy) waar hij zelf gestudeerd had. Lacombe was twee jaar eerder opgevolgd door Jagers medestudent Rohrbacher, die hij weer opvolgde. Zijn talent als apologeet en theoloog viel toen al op. Op de school zorgde hij voor een uitstekende Christelijke en wetenschappelijke vorming. In 1816 stichtte hij in het nabij gelegen dorp Vic-sur-Seille (Duits: Wich. Circa 38 km van zowel Gréning als Insming verwijderd) een gelijksoortige school, waar hij twee jaar de leiding had. Hij publiceerde in deze tijd o.a. een supplement bij de Franse grammatica van Lhomond.<br> | ||
− | In 1818 werd hij directeur van het college (middelbare school) van Phalsbourg (Duits: Pfalzburg. 65 km ten westen van Vic en 40 km NW van Straatsburg), dat op dat moment een schijn van zijn vroegere glorie was. Jager herstelde er de orde en de liefde voor de studie.<br> | + | In 1818 werd hij directeur van het college (middelbare school) van Phalsbourg (Duits: Pfalzburg. 65 km ten westen van Vic en 40 km NW van Straatsburg), dat op dat moment maar een schijn van zijn vroegere glorie was. Jager herstelde er de orde en de liefde voor de studie.<br> |
− | In 1820 benoemde de latere kardinaal Gustave de Croÿ-Solre, aartsbisschop van Straatsburg, hem tot aalmoezenier in het leger, van het 9<sup>de</sup> linie-infanterieregiment in Phalsbourg.<ref>Deze bisschop wilde een legeraalmoezenier toevoegen aan alle garnizoenen.</ref> | + | In 1820 benoemde de latere kardinaal Gustave de Croÿ-Solre, aartsbisschop van Straatsburg, hem tot aalmoezenier in het leger, van het 9<sup>de</sup> linie-infanterieregiment in Phalsbourg.<ref>Deze bisschop wilde een legeraalmoezenier toevoegen aan alle garnizoenen.</ref> Jager vergezelde deze eenheid op expeditie naar Spanje (1823-1825), waar men Ferdinand VII van Spanje hielp om op de troon opnieuw te bestijgen. Hij was o.a. bij de belegering van Pamplona, waar hij zich onder vuur meer dan heldhaftig gedroeg.<br> |
− | Door zelfstudie werd hij een van de bekendste hellenisten van zijn tijd. Tijdens zijn legertochten vertaalde hij de meesterwerken van Demosthenes en Aischines om iets zinnigs te doen te hebben.<br> | + | Door zelfstudie werd hij intussen een van de bekendste hellenisten van zijn tijd. Tijdens zijn legertochten vertaalde hij de meesterwerken van Demosthenes en Aischines om iets zinnigs te doen te hebben.<br> |
− | Na zijn terugkeer uit Spanje in 1825 werd hij "chapelain des Invalides".<ref> | + | Na zijn terugkeer uit Spanje in 1825 werd hij "chapelain des Invalides".<ref>De aalmoezenier of dienstdoende priester van het <i>Hôtel des Invalides</i> in Parijs.</ref><br> |
− | Hij wilde de bestaande uitgave van de Septuagint, door de orde van St. Sixte, voltooien en corrigeren met behulp van de citaten van de Septuagint die in de [[kerkvaders]] te vinden zijn. D.w.z. de verloren of dubieuze teksten vergelijken met de overlevering bij de Griekse kerkvaders. Hij werkte twaalf jaar | + | Hij wilde de bestaande uitgave van de Septuagint, door de orde van St. Sixte, voltooien en corrigeren met behulp van de citaten van de Septuagint die in de [[kerkvaders]] te vinden zijn. D.w.z. hij wilde de verloren of dubieuze teksten vergelijken met de overlevering van de tekst in citaten bij de Griekse kerkvaders. Hij werkte twaalf jaar in stilte aan dit werk.<br> |
− | Hij kende voldoende Duits om de ontwikkelingen van de Duitse universiteiten te kunnen volgen.<ref>{{sc|Darras}}, 30 vermeldt dat hij Frans sprak met een "bijna Duits" accent.</ref> Hij was wat dat betreft | + | Hij kende voldoende Duits om de ontwikkelingen van de Duitse universiteiten te kunnen volgen.<ref>{{sc|Darras}}, 30 vermeldt dat hij Frans sprak met een "bijna Duits" accent.</ref> Hij was wat dat betreft een van de zeer weinigen |
+ | in Frankrijk die de ontwikkelingen van de protestantse liberale theologie in Duitsland kende.<br> | ||
===De controverse met Oxford (1834-1836)=== | ===De controverse met Oxford (1834-1836)=== |
Versie van 5 jan 2024 21:48
Jean-Nicolas Jager (1790-1868)
1 Literatuur
2 Zijn levenJean-Nicolas Jager[1] werd geboren op 17 juni 1790 als oudste zoon van een schoenmaker Jean Jager en zijn vrouw Catherine Baro in het piepkleine dorpje Gréning (Duits: Greningen) (toen ca 400 inwoners, tegenwoordig ca 140) in het departement Moselle in de Elzas. 3 De controverse met Oxford (1834-1836)In Parijs ontmoette Jager bij een diner toevallig een Engelsman die met hem over theologie praatte. Deze man, Benjamin Harrison, was een in de ogen van Jager een intelligente en oprechte protestant en Jager werd gegrepen door hun gesprek. Tijdens Harrisons verblijf in Parijs, waar hij was om Arabisch te studeren bij De Sacy,[6] woonde hij een aantal uiteenzettingen over dogmatiek van Jager bij. Bij zijn vertrek vroeg Harrison (Jager wist nog steeds niet wie hij was en vermoedde niet dat hij een anglicaanse ambtsdrager was, en al helemaal niet dat hij bij de Tractarians hoorde) om hun controverses per brief verder te zetten en te publiceren. Zij spraken duidelijk regels af over hoe ze dat zouden doen.[7] Ze zouden hun brieven nummeren en de vragen/opwerpingen in dezelfde volgorde als waarin ze te sprake kwamen behandelen. Harrison schrijft hierover aan Newman de eerste keer op 1 september 1834.[8] 4 Het leven na 1836In 1835 publiceerde Jager: Célibat ecclesiastique: Dans ses rapports religieux et politiques gericht tot de Oxfordbeweging en in 1836 Le protestantisme aux prises avec la doctrine catholique, ou controverses avec plusieurs ministres anglicans. Dit laatste werk is de neerslag van zijn uiteenzetting met Oxford-beweging en m.n. Newman. Jager maakt hierin, kennelijk uit nederigheid, de namen van zijn beroemde tegenstanders niet bekend.
Omdat hij zich openlijk distantieerde van het door de staat gesteunde gallicanisme moest hij in 1851 op pensioen met het excuus dat hij geen doctor in de theologie was. In november 1850 behaalde hij -zoals vermeld- daarom het doctoraat in Lyon. Hij werd ontslagen en met congé de disponibilité gestuurd, zonder uitkering. Dit werd jaarlijks herhaald tot in 1858, toen hij instemde met zijn pensioenregeling.
Op 4 februari 1851 weigerde hij overigens om zijn ontslag te geven en schreef ter verdediging over het werk dat hij gedaan had, inclusief zijn controverse met de anglicanen[14]:
Het was een tijd waarin hij echter nog kracht had en veel publiceerde. Zijn grootste ongemak was zijn toenemende doofheid. 5 Newman en JagerHier willen wij de controverse zelf niet bespreken, maar enkel verwijzen naar de invloed van deze controverse op Newman. 6 Voetnoten
|