- Cursus J.H. Newman
- Les 00:Voorwoord
- Les 01: Newmans jeugd en eerste en tweede “bekering” (1801-1827)
- Les 02: Newman in Oriel (1822-1833)
- Les 03: De eerste zes jaren van de Oxfordbeweging (1833-39)
- Les 04: Newman op weg naar de katholieke Kerk (1839-1845)
- Les 05: Bespreking van The Development of Christian Doctrine
- Les 06: De eerste katholieke jaren (1845-1864)
- Les 07: De Apologia en terug naar Oxford (1864-1868)
- Les 08: De rechtvaardiging van het religieuze geloof: De Grammar (1868-1870)
- Les 09: Bespreking van An Essay in Aid of a Grammar of Assent. (Incl. het argument uit het geweten)
- Les 10: De pauselijke onfeilbaarheid (1869-1875)
- Les 11: Newman, de laatste jaren (1875-1890)
- Les 12: Vrouwen in het leven van J.H. Newman
Jean-Nicolas Jager: verschil tussen versies
Regel 25: | Regel 25: | ||
===De controverse met Oxford (1834-1836)=== | ===De controverse met Oxford (1834-1836)=== | ||
In Parijs ontmoette Jager bij een diner toevallig een Engelsman die met hem over theologie praatte. Deze man, [[Benjamin Harrison]], was een in de ogen van Jager een intelligente en oprechte protestant en Jager werd gegrepen door hun gesprek. Tijdens [[Benjamin Harrison|Harrison]]s verblijf in Parijs, waar hij was om Arabisch te studeren bij De Sacy,<ref>Antoine Isaac Silvestre de Sacy (1758-1838) was een Franse edelman, linguïst en oriëntalist. Schrijver o.a. van een Arabische grammatica in 1810.</ref> woonde hij een aantal uiteenzettingen over dogmatiek van Jager bij. Bij zijn vertrek vroeg [[Benjamin Harrison|Harrison]] (Jager wist nog steeds niet wie hij was en vermoedde niet dat hij een anglicaanse ambtsdrager was, en al helemaal niet dat hij bij de Tractarians hoorde) om hun controverses per brief verder te zetten en te publiceren. Zij spraken duidelijk regels af over hoe ze dat zouden doen.<ref>De regels die zij zouden volgen waren: (1) elke brief moest genummerd worden en correct vermeld, (2) de antwoorden moeten de orde van de vragen strikt volgen, (3) de onderwerpen/principes waarover men eens eenstemmigheid had bereikt mochten niet opnieuw in vraag gesteld worden en (4) de naam van de Engelsman zou onbekend blijven, behalve de initialen. Vgl. {{sc|Tristam}}, 207. </ref> Ze zouden hun brieven nummeren en de vragen/opwerpingen in dezelfde volgorde als waarin ze te sprake kwamen behandelen. [[Benjamin Harrison|Harrison]] schrijft hierover aan Newman de eerste keer op 1 september 1834.<ref>''L.D.'' iv, 326 n. 2.</ref><br> | In Parijs ontmoette Jager bij een diner toevallig een Engelsman die met hem over theologie praatte. Deze man, [[Benjamin Harrison]], was een in de ogen van Jager een intelligente en oprechte protestant en Jager werd gegrepen door hun gesprek. Tijdens [[Benjamin Harrison|Harrison]]s verblijf in Parijs, waar hij was om Arabisch te studeren bij De Sacy,<ref>Antoine Isaac Silvestre de Sacy (1758-1838) was een Franse edelman, linguïst en oriëntalist. Schrijver o.a. van een Arabische grammatica in 1810.</ref> woonde hij een aantal uiteenzettingen over dogmatiek van Jager bij. Bij zijn vertrek vroeg [[Benjamin Harrison|Harrison]] (Jager wist nog steeds niet wie hij was en vermoedde niet dat hij een anglicaanse ambtsdrager was, en al helemaal niet dat hij bij de Tractarians hoorde) om hun controverses per brief verder te zetten en te publiceren. Zij spraken duidelijk regels af over hoe ze dat zouden doen.<ref>De regels die zij zouden volgen waren: (1) elke brief moest genummerd worden en correct vermeld, (2) de antwoorden moeten de orde van de vragen strikt volgen, (3) de onderwerpen/principes waarover men eens eenstemmigheid had bereikt mochten niet opnieuw in vraag gesteld worden en (4) de naam van de Engelsman zou onbekend blijven, behalve de initialen. Vgl. {{sc|Tristam}}, 207. </ref> Ze zouden hun brieven nummeren en de vragen/opwerpingen in dezelfde volgorde als waarin ze te sprake kwamen behandelen. [[Benjamin Harrison|Harrison]] schrijft hierover aan Newman de eerste keer op 1 september 1834.<ref>''L.D.'' iv, 326 n. 2.</ref><br> | ||
− | Hun briefwisseling werd omvangrijk en behoorlijk belangrijk. De controverse werd gepubliceerd in het weekblad ''L'Univers'' en vanaf 1 april 1835 in het weekblad ''Moniteur religieux''.<ref>De ''Moniteur religieux'' werd op 9 mei 1835 ''Le Moniteur de la religion''. De lijst van deze artikelen, zie {{sc|Allen}}, 184.</ref><br> | + | Hun briefwisseling werd omvangrijk en behoorlijk belangrijk. De controverse werd aanvankelijk gepubliceerd in het weekblad ''L'Univers'' en vanaf 1 april 1835 in het weekblad ''Moniteur religieux''.<ref>De ''Moniteur religieux'' werd op 9 mei 1835 ''Le Moniteur de la religion''. De lijst van deze artikelen, zie {{sc|Allen}}, 184.</ref><br> |
− | De brieven van Jager vermeldden zijn volle naam, die van de Engelse kant vermeldden zoals overeengekomen enkel de initialen. Aartsbisschop [https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyacinthe-Louis_de_Qu%C3%A9len de Quélen] van Parijs (1778-1839, aartsbisschop vanaf 1821) liet Jager - die hij enkel kende als hellenist van de uitgaven van Demosthenes en Aischines - ontbieden en vroeg hem of hij wist wie zijn tegenstanders in de controverse waren.<ref>Volgens {{sc|Darras}}, 20 wist Jager een half jaar na de ontmoeting met [[Benjamin Harrison|Harrison]] (deze was voor of op 1 september 1834) nog niet dat zijn tegenstander eigenlijk Newman en de nog prille Oxfordbeweging was. Dit lijkt niet correct, immers in het citaat van de brief van [[Benjamin Harrison|Harrison]] aan Newman van 1 september 1834 blijkt Jager vertrouwd te zijn met de <i>Tracts</i> en wil hij in contact komen met de Oxfordbeweging en met hen een controverse aangaan, bovendien vermeldt | + | De brieven van Jager vermeldden zijn volle naam, die van de Engelse kant vermeldden zoals overeengekomen enkel de initialen. Aartsbisschop [https://nl.wikipedia.org/wiki/Hyacinthe-Louis_de_Qu%C3%A9len de Quélen] van Parijs (1778-1839, aartsbisschop vanaf 1821) liet Jager - die hij enkel kende als hellenist van de uitgaven van Demosthenes en Aischines - ontbieden en vroeg hem of hij wist wie zijn tegenstanders in de controverse waren.<ref>Volgens {{sc|Darras}}, 20 wist Jager een half jaar na de ontmoeting met [[Benjamin Harrison|Harrison]] (deze was voor of op 1 september 1834) nog niet dat zijn tegenstander eigenlijk Newman en de nog prille Oxfordbeweging was. Dit lijkt niet correct, immers in het citaat van de brief van [[Benjamin Harrison|Harrison]] aan Newman van 1 september 1834 blijkt Jager vertrouwd te zijn met de <i>Tracts</i> en wil hij in contact komen met de Oxfordbeweging en met hen een controverse aangaan, bovendien vermeldt Jager in de inleiding van "Le célibat" (1835) expliciet de universiteit van Oxford als zijn opponent. Ook {{sc|Tristam}}, 208-209 is dit niet ontgaan.</ref> De bisschop deed hem het aanbod om hem te helpen met een nog samen te stellen theologisch adviescomité. Jager weigerde dat en stelde dat hij de controverse met de hulp van God alleen aankon. De bisschop ontdekte vervolgens dat Jager meer dan een geniale apologeet was. Jager noemde de namen van zijn tegenstanders overigens niet in ''L'Univers''. Newman voelde zich geroepen of verplicht om de taak van [[Benjamin Harrison|Harrison]] over te nemen. De derde brief van Engelse zijde werd gepubliceerd op 25 december 1834 en is geschreven door Newman. Newman werkte maanden aan deze brief.<ref>Vgl. {{sc|Allen}}, 29-32 over deze geschiedenis.<br><i>L.D.</i> iv, 350 van eind oktober 1834 bevat al een klad van een brief die nooit gestuurd werd.</ref> De Oxford-kant staakte uiteindelijk de correspondentie. Jagers werk had echter voor heel wat hoofdbrekens en onverwachte inzichten bij Newman en de zijnen gezorgd. Dit zou later zijn vruchten afwerpen.<br> |
Het kan geen toeval zijn dat ''Tract 71'' van 1 januari 1836 begint met: "The controversy with the Romanists has overtaken us “like a summer's cloud.”". | Het kan geen toeval zijn dat ''Tract 71'' van 1 januari 1836 begint met: "The controversy with the Romanists has overtaken us “like a summer's cloud.”". | ||
Versie van 5 jan 2024 21:56
Jean-Nicolas Jager (1790-1868)
1 Literatuur
2 Zijn levenJean-Nicolas Jager[1] werd geboren op 17 juni 1790 als oudste zoon van een schoenmaker Jean Jager en zijn vrouw Catherine Baro in het piepkleine dorpje Gréning (Duits: Greningen) (toen ca 400 inwoners, tegenwoordig ca 140) in het departement Moselle in de Elzas. 3 De controverse met Oxford (1834-1836)In Parijs ontmoette Jager bij een diner toevallig een Engelsman die met hem over theologie praatte. Deze man, Benjamin Harrison, was een in de ogen van Jager een intelligente en oprechte protestant en Jager werd gegrepen door hun gesprek. Tijdens Harrisons verblijf in Parijs, waar hij was om Arabisch te studeren bij De Sacy,[6] woonde hij een aantal uiteenzettingen over dogmatiek van Jager bij. Bij zijn vertrek vroeg Harrison (Jager wist nog steeds niet wie hij was en vermoedde niet dat hij een anglicaanse ambtsdrager was, en al helemaal niet dat hij bij de Tractarians hoorde) om hun controverses per brief verder te zetten en te publiceren. Zij spraken duidelijk regels af over hoe ze dat zouden doen.[7] Ze zouden hun brieven nummeren en de vragen/opwerpingen in dezelfde volgorde als waarin ze te sprake kwamen behandelen. Harrison schrijft hierover aan Newman de eerste keer op 1 september 1834.[8] 4 Het leven na 1836In 1835 publiceerde Jager: Célibat ecclesiastique: Dans ses rapports religieux et politiques gericht tot de Oxfordbeweging en in 1836 Le protestantisme aux prises avec la doctrine catholique, ou controverses avec plusieurs ministres anglicans. Dit laatste werk is de neerslag van zijn uiteenzetting met Oxford-beweging en m.n. Newman. Jager maakt hierin, kennelijk uit nederigheid, de namen van zijn beroemde tegenstanders niet bekend.
Omdat hij zich openlijk distantieerde van het door de staat gesteunde gallicanisme moest hij in 1851 op pensioen met het excuus dat hij geen doctor in de theologie was. In november 1850 behaalde hij -zoals vermeld- daarom het doctoraat in Lyon. Hij werd ontslagen en met congé de disponibilité gestuurd, zonder uitkering. Dit werd jaarlijks herhaald tot in 1858, toen hij instemde met zijn pensioenregeling.
Op 4 februari 1851 weigerde hij overigens om zijn ontslag te geven en schreef ter verdediging over het werk dat hij gedaan had, inclusief zijn controverse met de anglicanen[14]:
Het was een tijd waarin hij echter nog kracht had en veel publiceerde. Zijn grootste ongemak was zijn toenemende doofheid. 5 Newman en JagerHier willen wij de controverse zelf niet bespreken, maar enkel verwijzen naar de invloed van deze controverse op Newman. 6 Voetnoten
|