39ste Paasbrief van St. Athanasius: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Hoofdkop}} | {{Hoofdkop}} | ||
<big>'''Athanasius, ''39e Paasbrief'' (367) [tweede deel].'''</big><ref>De vertaling is naar de tekst in ''Fonti.'' II, fasciculo IX, de kritische tekst naar P. Joannou, Grottaferrata, Rome 1963, p. 71-76. Deze vertaling in de uitgave van: Benedictinessen van Bonheiden, ''De heilige Athanasius: leven, spiritualiteit, werken, Bonheiden'', Abdij Bethlehem, 1982. (Gepubliceerd met hun toestemming).</ref> | <big>'''Athanasius, ''39e Paasbrief'' (367) [tweede deel].'''</big><ref>De vertaling is naar de tekst in ''Fonti.'' II, fasciculo IX, de kritische tekst naar P. Joannou, Grottaferrata, Rome 1963, p. 71-76. Deze vertaling in de uitgave van: Benedictinessen van Bonheiden, ''De heilige Athanasius: leven, spiritualiteit, werken, Bonheiden'', Abdij Bethlehem, 1982. (Gepubliceerd met hun toestemming).</ref> | ||
− | <br>''Deze brief | + | <br>''Deze brief aan Serapion van Thmuis uit 369 heeft veel invloed en legt in feite de [[canon]] van de Bijbel definitief.''.<br><br> |
'''Over de Heilige Schrift'''<br> | '''Over de Heilige Schrift'''<br> | ||
1 Wij hebben de ketters doden, genoemd en onszelf mensen die tot hun heil de Heilige Schrift bezitten. Ik vrees echter dat, zoals Paulus schreef aan de Korintiërs, enkelen van hen die een rechtzinnige opvatting hadden (over de Heilige Schrift) zich op een dwaalweg laten brengen door de sluwheid van mensen die ver staan van de eenvoud en de zuiverheid van de Schrift). (Ik vrees) dat zij andere boeken die apocriefen genoemd worden, zullen gaan lezen en zich zullen laten verleiden door de gelijknamigheid met de authentieke boeken. Verdraagt het, vraag ik u, dat ik schriftelijk herinner aan iets dat u reeds bekend is, ik doe dit omdat het noodzakelijk is en in het belang van de Kerk.<br> | 1 Wij hebben de ketters doden, genoemd en onszelf mensen die tot hun heil de Heilige Schrift bezitten. Ik vrees echter dat, zoals Paulus schreef aan de Korintiërs, enkelen van hen die een rechtzinnige opvatting hadden (over de Heilige Schrift) zich op een dwaalweg laten brengen door de sluwheid van mensen die ver staan van de eenvoud en de zuiverheid van de Schrift). (Ik vrees) dat zij andere boeken die apocriefen genoemd worden, zullen gaan lezen en zich zullen laten verleiden door de gelijknamigheid met de authentieke boeken. Verdraagt het, vraag ik u, dat ik schriftelijk herinner aan iets dat u reeds bekend is, ik doe dit omdat het noodzakelijk is en in het belang van de Kerk.<br> |
Versie van 12 dec 2024 17:56
Athanasius, 39e Paasbrief (367) [tweede deel].[1]
Voetnoten
|